“Naar omnisport 2.0”

HASSELT – De stad Hasselt zal de helft van de opbrengst die ze haalt uit de verkoop van voetbalgronden terug investeren in de voetbalclubs. N-VA-oppositieraadslid Jan Wouters wil dat alle sportclubs hiervan de vruchten kunnen plukken.

“Eindelijk vernemen we iets concreets uit de hoek van het veelbesproken voetbalplan. Daar zijn we op zich al tevreden over. Huidig schepen voor Sport El Ouakili had duidelijk heel wat tijd nodig om het puin te ruimen dat zijn voorganger Beenders had achtergelaten,” opent Jan Wouters (N-VA).

“Maar het kan altijd beter. Ook de andere sporten moeten hiervan kunnen meegenieten. De N-VA staat voor een doordacht beleid met een visie op de toekomst. De concrete noden van de volledige Hasseltse sportwereld moeten daarvoor worden opgelijst. Om die noden te kunnen invullen, zijn er middelen nodig. Daarvoor kan men de opbrengst van de verkoop van de voetbalgronden gebruiken. Maar het lijkt er nu op dat een deel van die middelen zal dienen om de gaten in de begroting te dichten. Dat kan voor N-VA Hasselt niet de bedoeling zijn,” aldus Wouters.

Omnisport 2.0

“Het concept van de omnisportclubs waarbij verschillende sportclubs op één site samenwerken, ondersteunen wij als N-VA ook. Wel zouden wij een stap verder willen gaan. We zouden dat aanbod graag uitgebreid zien met de zaalsporten en gaan voor een Omnisport 2.0. Zo creëer je als stad heuse sportsites waar elke sportbeoefenaar zijn gading kan vinden. Outdoor en indoor.”

“Als N-VA Hasselt hebben we steeds gepleit voor een optimaal klimaat waarin sport, zowel competitief als recreatief, zijn sociale en gezondheidsbevorderende rol kan spelen. Een adequate sportinfrastructuur, waarbij toegankelijkheid voor mensen met een beperking van primordiaal belang is, is hierin cruciaal. Sport is immers belangrijk als sociaal bindweefsel in een samenleving. Sport brengt mensen op een gezonde manier in contact met elkaar, versterkt de sociale band met de gemeenschap en is een remedie tegen eenzaamheid en sociale isolatie. Daar moeten we als maatschappij dan ook op inzetten,” besluit Jan Wouters.