U bent hier
"Informatiebundeling over trage wegen op komst"
Minister Hilde Crevits wil de versnippering in informatie over trage wegen tegengaan. Het kenniscentrum trage mobiliteit zal daarom via een webencyclopedie en een webbibliotheek alle informatie rond dit thema ontsluiten. Dat bleek uit een parlementaire vraag van Vlaams Parlementslid Lies Jans (N-VA).
"Trage wegen zijn wegen die uitsluitend of grotendeels gebruikt worden door niet-gemotoriseerd verkeer. Hiertoe behoren naast sommige buurtwegen ook bijvoorbeeld jaagpaden, voetwegen en holle wegen. N-VA streeft ernaar om deze maximaal toegankelijk te maken," opent Lies Jans.
"Er gebeurt al heel wat rond de trage wegen en de informatie moet inderdaad gecentraliseerd worden,"aldus Lies Jans. "De subsidiëring van het actieprogramma kenniscentrum trage mobiliteit: trage wegen als model voor duurzame mobiliteitsoplossingen van Trage Wegen vzw is daar één onderdeel van."
Naast centralisatie van de informatie zal het kenniscentrum het basismateriaal verwerken in handige, bruikbare en heldere informatie. Het kenniscentrum zal een actieve rol spelen in de vorming en educatie over trage wegen en duurzame mobiliteit. De informatie wordt digitaal ontsloten via een webencyclopedie en een webbibliotheek, maar kan ook via telefoon, mail, afspraak worden aangevraagd.
"Wij zij hier tevreden mee maar stippen toch aan dat het dossier rond trage wegen hiermee verre van afgerond is. Het verdient zeker nog verder uitbouw. Zo moet er nog gewerkt worden rond de signalisatie van trage wegen. Nu worden deze in vele gevallen nog gewoon aangeduid met het algemeen geldende bord voor een doodlopende weg, terwijl deze uiteraard nog te bewandelen zijn. Ook de wetgeving rond buurtwegen moet herbekeken worden," aldus Lies Jans. "Het is zeker de bedoeling van de N-VA om deze wet te optimaliseren. Daarmee willen we de bereikbaarheid en het gebruik van trage wegen verbeteren. Maar er is dus nog erg veel werk aan de winkel. Dit weekend is het de Dag van de trage wegen. Een ideaal moment om dit nog eens onder de aandacht te brengen. Maar ook tijdens de rest van het jaar werk ik daar aan," besluit Lies Jans.