CD&V en sp.a alweer niet met genoeg om gemeenteraad te starten. ‘Meerderheid heeft ook plichten’

Afgelopen dinsdag was de Hasseltse meerderheid alweer niet met voldoende gemeenteraadsleden aanwezig om de vergadering te kunnen starten: ‘Sp.a en CD&V hebben geen respect voor de gemeenteraad,’ aldus de N-VA.

De gemeenteraad startte alweer met de nodige vertraging. De N-VA liet het er dit keer niet bij en maakte het bestuur attent op het reglement: ‘Het is niet de eerste keer dat de meerderheid niet in aantal is om de gemeenteraad op legale wijze te laten doorgaan. Wij hebben dit telkens door de vingers gezien. Nu hebben we even laten blijken dat het reglement ook voor sp.a en CD&V geldt,’ aldus Lies Jans, die net nu een mondelinge vraag over het huishoudelijk reglement ging stellen.

‘De N-VA heeft sterk de indruk dat de sfeer van de vorige meerderheid gewoon doorleeft. Het feit dat sp.a en CD&V het niet nodig achten om met voldoende raadsleden aanwezig te zijn, bewijst dat ze de maandelijkse gemeenteraad als een vervelend obstakel zien.’

‘N-VA wil haar rol als oppositiepartij naar behoren kunnen voeren. Dat doen we trouwens op een constructieve manier. We hebben de meerderheid immers de mogelijkheid geboden om aan het vereiste aantal gemeenteraadsleden te geraken. Strikt volgens de letter van het reglement was dit een ongeldige gemeenteraad. Zo ver wilden we het niet laten komen,’ vult fractieleider Steven Vandeput aan.

‘Voor de N-VA is het belangrijk dat de stad op een degelijke manier bestuur wordt. Daar hoort tegenwoordig het controleapparaat van de oppositie bij. De huidige bestuursploeg is het duidelijk niet gewoon dat er iemand over hun schouder meekijkt. Dat was de keuze van één op vier Hasselaren. N-VA Hasselt hoopt dan ook dat de leden van de meerderheid in de toekomst wat meer respect tonen voor de Hasselaar. Ook de meerderheid heeft niet alleen rechten maar ook plichten. Effectief in meerderheid zijn op de gemeenteraad is daar één van. Zelfs daar hebben sp.a en CD&V het blijkbaar moeilijk mee. Dan is het aan de oppositie om hen daarop te wijzen.’